top of page
  • Foto van schrijverLut

"Ik kan niet meer"

Afgelopen maanden kwamen nogal wat mensen bij me langs met een resem aan klachten over het niet mee mee-kunnen, zich uitgeblust voelen, hun eigen bijdrage niet meer kunnen zien, de zin van de zoveelste verandering niet kunnen zien, of gestrest zijn door het zoveelste nieuwe computerprogramma waarmee ze moeten werken…


Stuk voor stuk gedreven mensen, competente mensen, succesvolle mensen. En verrassend genoeg, sommigen zijn nog behoorlijk jong. Wat ze gemeenschappelijk hebben, is een gevoel dat “het” op de een of andere manier niet meer helemaal klopt.


Als ik dan doorvraag op de betekenis van “het” , dan is dat voor iedereen anders, maar de grondnoot is een vorm van dissonantie. Het lijkt erop dat het ritme van de eigen ademhaling niet meer afstemt op die van de verwachtingen, het leiderschap, het team of de organisatie. Het moet allemaal te snel, vluchtig. Het veroorzaakt gejaagdheid en onrust, is het begin van piekeren, van slapeloze nachten, van angst en fouten.


Nog een gemeenschappelijk kenmerk is dat ze om het hoofd te bieden aan de uitdagingen van elke dag, nog harder en/of sneller gaan werken, nog harder pleasen of “behagen”, of de lat nog net een tikkeltje hoger leggen. En hoewel ze voelen dat het zo niet verder kan, de uitputting nabij is en vooral het besef dat het niets uithaalt, is het voor de meesten (te) moeilijk om het besluit te nemen de regie terug in eigen handen te nemen en te breken met voor hen schadelijke gedrags-en denkpatronen.


En beetje bij beetje verdwijnt hun veerkracht en neemt hun weerbaarheid af en daarmee ook het vermogen om aandacht en focus te houden. Gevolg: het vermogen om nieuwe opties te bedenken of andere oplossingen te creëren slinkt. Stress, burn out en depressie loeren om de hoek.


Wat ontstaat is een diep verlangen naar rust, naar ruimte . Om daaraan tegemoet te komen, zijn er een aantal vereisten. Een eerste belangrijke stap is dat mensen zichzelf au sérieux nemen en accepteren dat het anders kan … en vooral mag. Zichzelf de permissie geven om even uit de ratrace te stappen, is in mijn ervaring de moeilijkste stap. Het impliceert immers dat je “STOP” roept (of fluistert) , niet wetend welke de volgende stap is. Dat vraagt ontzettend veel moed en houdt risico in. En in dat moment, zo tussen de oude ademhaling en de nieuwe, worden andere opties en … hoop, geboren.


Een tweede is de bereidheid een aantal van je gewoontes onder de loep te nemen om daarna via kleine veilige stapjes een stel van die patronen te doorbreken. Bijvoorbeeld je schermtijd onder de loep nemen en daar keuzes in te maken, kan je al snel iets opleveren inzake rust en focus. Of bewust kiezen wat je onthoudt of niet, of hoe je wat minder gaat multi-tasken, of bewust pauzes gaat inlassen, of hoe en waar je je werk organiseert, je focuspiek kennen en je belangrijke werk daarrond organiseren, jezelf meer belonen voor gedaan werk, een gesprek met je baas aanvragen en dat goed voorbereiden, “leertijd” inlassen, prioriteiten herschikken, hulp durven vragen… Het is maar een greep dingen die elk op zich absoluut op geen enkele manier mirakels teweeg brengen noch rocket-science zijn.


En toch, met een beetje gezond boerenverstand weten we instinctief dat het antwoord op onze moeilijkste vraagstukken, vaak ontzettend simpel is, mits we accepteren dat het toch wel verdraaid lastig kan zijn om veranderingen aan te brengen. Of om het met een boutade te zeggen “Only wet babies like change” !

93 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Social distancing , wat een onzin

Toen Sophie Wilmes - wat een topmadam overigens!- een paar weken geleden voor het eerst het woord Social distancing in de mond nam , had ik geen flauw idee waar ze het over had. Ik dacht trouwens dat

bottom of page